Kijkje in de keuken bij de kleutergroep
“Juf, dit moet je echt zien. Er zitten hier ook pissebedden” zegt een kleuter verwonderd tijdens het maken van een boswandeling. De kleuter kijkt onder de bast van een omgezaagde boom naar al die kriebelende beestjes. Wat een rijkdom dat ik als leerkracht van mijn kleuterklas het schoolplein afloop, zo het bos in. De kleuters zijn direct in een andere wereld. De ene kleuter rent zo hard mogelijk een stuk het bos in, terwijl een andere kleuter mijn hand vastpakt. Voor de een is het bos totale vrijheid, voor de ander nog best een spannende wereld. Buiten zijn, de natuur bewegend beleven is van belang voor de ontwikkeling en dat lees en hoor je overal. Ik zie het gebeuren.
Wanneer we het bos in gaan heb ik een bepaalde verwachting van wat de kleuters kunnen aantreffen in het bos aan natuurverschijnselen. In de herfst nemen we spiegeltjes mee om de plaatjes aan de onderzijde van de paddenstoelen te bekijken. Als we geluk hebben in de winter wanneer er sneeuw ligt, vinden we misschien wel sporen van dieren. In de lente is er volop beweging aan ontkiemende zaden en ontluikend blad. Dat is wat ik verwacht. Waar ik vaak door verrast word is hoe de kleuters het bos ervaren.
Om even een voorbeeld te noemen: In de klas werkten we over het onderwerp drijven en zinken. Over wegen, wat is zwaar en wat is licht? In de kring luisterden de kinderen naar een instructie over deze onderwerpen. Tijdens het spelen in de klas hadden de kinderen de mogelijkheid om te experimenteren hiermee in verschillende hoeken.
Verrassend om te zien hoe de kinderen in het bos de opgedane kennis over deze onderwerpen toepasten. De kleuters vonden een omgezaagde boomstam waar een andere boomstam dwars op lag. Natuurlijk, dat is een wip. Een kleuter aan de ene kant, twee aan de andere. “Er moet nog iemand bij aan die kant, want wij zijn zwaarder”. Hoeveel kinderen kunnen er op de wip? Er wordt geteld. Welke kant is zwaarder? Wat gebeurt er als je verzit naar voren of juist naar achteren? Experimenteren met drijven en zinken kun je natuurlijk oefenen in een plas water met steentjes, takjes en blaadjes. Een instructie in de klas en de kinderen gaan er buiten zelf mee aan de slag.
Het bos prikkelt de zintuigen van de kinderen. Als leerkracht wijs je de kinderen waar ze kunnen kijken. Kleuters leren het bos steeds beter zien. Vielen de paddenstoelen in de herfst eerst nog niet op, zien ze in de lente dat de paddenstoelen er niet meer zijn. Op motorisch (en emotioneel) gebied valt er ook veel te beleven. Wat doen kleuters wanneer er omgezaagde bomen op het pad liggen? Dan klimmen ze erover heen. Maar wat nu als je als kleuter denkt dat je het niet kan? En je ziet dat de anderen er wel overheen klimmen? Prachtig om te zien hoe de kleuter uit dit voorbeeld zijn onzekerheid overwint doordat hij in zichzelf ging geloven. Met aanmoediging van een klasgenoot en een klein fysiek zetje van de juf lukt het om de eerste boomstam te beklimmen. Iets in hem is aangewakkerd. Een tweede, derde en vierde boomstam wordt beklommen. De laatste twee zonder hulp. Deze kleuter wil nu niets liever dan over boomstammen klimmen met zijn klasgenootjes. Wat een plezier wordt er gemaakt!
Zomaar even een kijkje uit het leven van de kleuters van IKC Hei&Bos!